Menno Wigman draagt voor uit het werk van Menno Wigman. De dichter is niet meer in leven, maar komt nog een beetje tot leven in de vele filmpjes die er van hem te vinden zijn op het wereldwijde Wigmanweb. Voor deze blog heb ik er een paar klaar gezet. De paginaverwijzing is gebaseerd op zijn Verzamelde gedichten uit 2019.
De droefenis van interviews
https://youtu.be/l58iC9TSSYI Geplaatst op 28 april 2019, duurt 33 minuten… Menno beantwoordt vragen over zijn ‘keuze uit eigen werk’-bundel De droefenis van copyrettes uit 2009 en draagt voor o.a. Misverstand (p. 79), Tot besluit (p. 148), Slechte gedachten (p. 86), Onder de tandarts (p. 96), En dorpen waren er, vernielingen (p. 195), Nachtrust (p. 95), Burger King (p. 105), Citaat: “Eigenlijk wil ik gedichten schrijven die de lezer de indruk geven alsof ze er altijd al geweest zijn en tegelijkertijd dat er één zin of een aantal zinnen of het liefst natuurlijk het hele gedicht dat dat zoveel indruk maakt dat er iets van in je hoofd gaat zitten.”
Op het nachtkastje
https://youtu.be/0eMX4wXSem4 ‘Op het nachtkastje. Aflevering 49.’ Geplaatst op 4 februari 2018, duurt 5:20 minuten. Citaten: “Dichten is toch een manier om angsten te bezweren…” “Ik schrijf niet voor de eeuwigheid maar zou het wel fijn vinden als een gedicht over tien jaar nog steeds hout snijdt.” Menno drumt en draagt voor: Kamer 421 (p. 190).
Gewoon doen tegen een konijn
https://youtu.be/zhCJTXhvwuU?t=2251 Writers Unlimited Winternachtenfestival te Den Haag. Geplaatst op 6 september 2013, duurt ongeveer 13 minuten. Na een kort vraaggesprek over het stadsdichterschap van ‘020’ draagt hij drie gedichten voor: Kamer 421 (p. 190), Tuincentrum Osdorp (p. 201), Promesse de bonheur (p. 233).
“Ik kom uit Santpoort”
https://youtu.be/OM76K01Ob_w Op poëziefesttival Elswout Geplaatst op 25 september 2009, duurt ongeveer 10 minuten. Gedichten: Tot de Sirenen (p. 223) – Levensloop (p. 164) – Tuincentrum Osdorp – Bij de gemeentekist van mevrouw P (p. 162).
“Mijn worsteling met het in slaap vallen…”
https://youtu.be/RBnE5ADWiEg De Nachtzoen. Geplaatst op 20 januari 2011, duurt 2:23 minuten. Gedicht: Slapeloos (p. 37).
Nacht van de Poëzie 2014
Menno draagt de volgende gedichten voor tijdens de (Utrechtse) Nacht van de Poëzie in 2014: Tot mijn pik (p. 181), Tot de bodem (p. 265), Kamer 421 (p. 190), Herostratos (p. 241), Promesse de bonheur (p. 233).
Vloek na vloek
Eén van de evergreens die Menno regelmatig voordraagt, is het gedicht ‘Kamer 421’. Zoals altijd bij Wigman met een strak metrum en bijna-rijm aan het einde van de regel. De inhoud spreekt erg voor zichzelf: zoon wordt geconfronteerd met dementerende moeder. Daar doorheen zit een lijn waarin vogels steeds terugkomen: moeder kijkt uit op bomen met vogels. Vogels zijn zich niet bewust van hun afkomst (‘geen daarvan die zijn verwekker kent’). Dat aspect komt in de derde strofe terug. Niet alleen vogels weten niets van hun afkomst: ‘Geen dier (…) dat aan zijn moeder denkt.’ Welke vogels zitten er in de bomen aan de overkant buiten? ‘Het zullen merels zijn. Ze zingen door.’ Maar het zijn niet de vogels in de lucht die het perspectief vormen van de moeder. Het is de aarde waarin zij ooit zal verdwijnen. Nu heeft ze een hok, ‘nog net geen kist’. De aarde roept en zal uiteindelijk zijn zin krijgen. Maar de zoon ziet hoe lelijk dat proces is. Keer op keer wordt het slechter: vloekend ziet hij het aan. Daar in Kamer 421 met dat uitzicht op de vogelrijke bomen.
Kamer 421
Mijn moeder gaat kapot. Ze heeft een hok,
nog net geen kist, waar ze haar stoel bepist
en steeds dezelfde dag uitzit. Uitzicht
op bomen heeft ze, in die bomen vogels
en geen daarvan die zijn verwekker kent.
Ik ben al meer dan veertig jaar haar zoon
en zoek haar op en weet niet wie ik groet.
Ze heeft me voorgelezen, ingestopt.
Ze wankelt, hapert, stokt. Ze gaat kapot.
Geen dier, zegt men, dat aan zijn moeder denkt.
Ik lepel bevend eten in haar mond
en weet haast zeker dat ze me nog kent.
Het zullen merels zijn. Ze zingen door.
De aarde roept. Krijgt vloek na vloek gehoor.
Menno Wigman