Wij wachten op etenslucht – Maarten Inghels

Herhaling is een mooi middel om in te zetten voor een gedicht. Eindrijm is natuurlijk al een vorm van herhaling, stafrijm (‘mooi middel’) ook, elke vorm van rijm is een vorm van herhaling. Metrum is niet anders dan een herhaling van de afwisseling tussen beklemtoonde woorddelen en onbeklemtoonde.
Sommige dichters eindigen elke strofe met dezelfde woorden, sommige beginnen juist strofen met dezelfde woorden. Neem die klassieker van Cees Buddingh’ over dat merkwaardige beest. Ieder strofe begint met ‘Ik ben de blauwbilgorgel’. Het gedicht ‘Lamento’ door Remco Campert leunt ook op het element van de steeds terugkerende herhaling. Lees de eerste zes regels, het is net alsof golfjes aanspoelen:
‘Hier nu   langs het lange diepe water
dat ik dacht dat ik dacht dat je altijd maar
dat je altijd maar

hier nu   langs het lange diepe water
waar achter oeverriet   achter oeverriet de zon
dat ik dacht dat je altijd maar altijd (..)’

Maarten Inghels op het Tuinfeest in Deventer in 2016

In het gedicht ‘Een huis van lucht’ dat Maarten Inghels schreef toen hij nog stadsdichter was van Antwerpen komt veel herhaling voor. Het gedicht gaat over de leefwereld van daklozen, de mensen die hun dagen doorbrengen in de open lucht. Ze hebben ‘een huis van lucht’ en die lucht varieert nogal.
Taal en omgeving zijn nauw verbonden. Hét standaardvoorbeeld hierbij is dat wij in de lage landen slechts één woord kennen voor ‘sneeuw’ en de eskimo’s (‘Inuit’ is het correcte woord) er meer dan 40. Dat hebben ze nodig om met elkaar te communiceren over de toestand van de sneeuw. Wij kennen dan weer meer variaties op het woord ‘regen’ om de motregen en de slagregens wat uit elkaar te houden. Maarten Inghels stelt zich de leefwereld voor van de dakloze voor wie lucht zoveel meer is dan de hemel boven zijn hoofd en de geur in zijn neus: stoomlucht, vrachtwagenlucht, sprookjeslucht, apothekerslucht, etenslucht (in variaties) en gebakken lucht.

Maarten Inghels was van 2016 tot aan 2018 stadsdichter van Antwerpen en dit stadsgedicht ‘Een huis van lucht’ stond, samen met bijdragen van anderen, in een speciale editie van de Daklozenkrant die een tijd in de ban was gedaan in Antwerpen. Eén van de bijdragen kwam van Maud Vanhauwaert, de huidige stadsdichter van Antwerpen. Daklozen mochten deze Daklozenkrant verkopen voor €2,-. In Antwerpse galerijen werd hij verkocht voor €20,- waarbij de opbrengst vanzelfsprekend weer terecht kwam bij projecten voor dak- en thuislozen.

Herhaling is een mooi middel voor een dichter om een gedicht structuur te geven. Verder is Maarten Inghels niet heel erg van de herhaling. Ieder gedicht dat hij maakt is een nieuwe poging om met taal ideeën te weerspiegelen en hij gaat vaak verder dan de taal. In zijn bundel Contact uit 2018 zie je tal van projecten die hij uitvoerde om gedichten meer te laten zijn dan woorden op papier.