Een soort reünie met Willem Bierman

Biermanbank
Een ijzeren bank voor algemeen gebruik markeert de plek waar ooit ijzer werd gewonnen. Ontwerp: Han Goudswaard

De weg van het centrum van Apeldoorn naar de westrand heet de Asselsestraat. Achter een zijstraat daarvan, de Herderweg, vind je een ingesloten parkeerplaats. Middenin staat een strakke roodijzeren bank. Op de bovenrand aan de achterzijde staat een lange lijn tekst: Scherven, ook hier, geluk is van alle tijden. Ovens voor ijzer. Geen slak sneller dan een ijzerslak zeg ik en kijk, een nederzetting ligt aan mijn voeten. Dat lijkt wel een dichtregel. Tijd voor diepgaand dichtonderzoek…

IJzerwinning op de Veluwe door de Chamaven

Woningbouwvereniging De Goede Woning wilde graag zo’n 80 woningen bouwen, maar dat kon niet zonder dat er eerst grondig archeologisch onderzoek was gedaan op de plek waar de huizen moesten komen. En er werd inderdaad een en ander gevonden. Restanten van een paar boerderijen uit de tweede eeuw na Christus. Daarbij werden naast resten van Romeins aardewerk ook gave restanten van een ijzeroven gevonden. De Veluwe was een industrieel gebied de eerste eeuwen, er werd ijzer gewonnen uit klappersteen door een bevolkingsgroep die Chamaven worden genoemd. Het verbrandingsproces gebeurde met de bomen die er stonden en daarmee was de eerste industriële ramp een feit. Boomwortels hielden niet langer het zand vast en dat begon alle kanten op te stuiven. Een bedreiging voor de boeren aan de randen van de Veluwe die pas onder controle kwam toen er onder leiding van de zandgraaf, eeuwen later, overal vliegdennen werden geplant op de Veluwe…

Onderzoek werd gedaan en de huizen konden worden gebouwd. We weten nu wat er onder de woningen heeft gelegen en dan is het wel mooi dat de nietsvermoedende wandelaar of nieuwe bewoner dat ook te weten kan komen. Stadsdichter aan het werk en een ontwerper mocht een object maken waar de buurt ook gewoon plezier van mocht hebben: een robuuste bank. Van ijzer natuurlijk! De stadsdichter was Willem Bierman. Op de bank staan regels uit het gedicht dat hij maakte ter ere van de vondst.

Voormalig stadsdichter

Wat is er zo bijzonder aan de gedichten van Willem Bierman? Het werk van Willem rijmt niet altijd braaf, kent geen strak metrum, heeft geen herkenbare vorm. Volgens sommige mensen mag je je geeneens dichter noemen als er niet wordt ‘gedicht’. Maar die mensen hebben verschrikkelijk ongelijk. Dichters zonder herkenbare vormen zoals rijm of een strak metrum maken het zichzelf veel moeilijker. Zij moeten zelf een vorm bedenken, ieder gedicht opnieuw. Dit soort Rijmrijkers moeten per vers een nieuwe relatie opbouwen met de lezer met als enige hulpmiddel de taal. Hoe Willem Bierman dat doet? Door de lezer zíjn bril op te zetten en zo u mee te laten kijken met zijn associaties. Willem Bierman is een echte Apeldoornse dichter, hij is er geboren en getogen én vanaf 2009 was hij er de eerste stadsdichter. In die hoedanigheid heeft hij over van alles en nog wat gedicht, maar zijn gedicht over de aanslag tijdens Koninginnedag in 2009 maakte daarbij de meeste indruk.

Gek hè de straat zoals die zich aan je openbaart

Als de dichter bij een opgraving gaat kijken, in de buurt van de Herderweg en de Ooiweg, dan gebeurt er veel in zijn hoofd. Hij ziet zichzelf in het verleden in het buurtje waar hij is opgegroeid. Hij ziet de buurkinderen van toen hun eigen opa en oma geworden en voelt met terugwerkende kracht dat er geschiedenis van eeuwen onder zijn ouderlijk huis gelegen heeft. Heden en verleden lopen dwars door elkaar in het gedicht en ook nog eens twee soorten verleden: dat van hemzelf en dat van het verre verleden: begraven wereld van leem en hout, een nederzetting ligt aan mijn voeten. Een soort mystieke ervaring waarbij zich iets aan je openbaart waar je zo vertrouwd mee bent maar waarvan je nu een hele nieuwe laag ontdekt.

Voorseizoenen

Wat huizen aan het oog weten te onttrekken: sporen
van palen, palen op rij, begraven wereld van leem
en hout. Scherven, ook hier, geluk is van alle tijden.
Ovens voor ijzer. Geen slak sneller dan een ijzerslak
zeg ik en kijk, een nederzetting ligt aan mijn voeten.

Ik zie mijn oude huis (wat zit daaronder, wat steekt
daarachter?) aan de overzijde, zoals het zich nooit
liet zien, vanaf deze plek die niet eerder een plek was
nu ook met buurkinderen van toen, hun eigen opa
en oma geworden, een soort reünie en niemand zegt
nee, je bent niks veranderd.

Waar bulldozers zich laten tegenhouden door
plastic linten stap ik ongemoeid het verleden uit.
Je stelt geen vraag (wil de echte Chamaaf opstaan)
je geeft hooguit antwoord in licht verbaasde retoriek:
gek hè die straat zoals die zich aan je openbaart.

Willem Bierman

Advertentie

2 reacties

Reacties zijn gesloten.